Hoogleraren

Deel 21, juni 2010

         Onlangs waren er hoogleraren in het nieuws.
Niet zo zeer omdat ze pas hoogleraar waren geworden, maar meer omdat ze ergens tegen waren.
Dat is natuurlijk nieuws!
Hoogleraren zijn normaal gesproken ergens heel erg goed in en willen en kunnen dat aan anderen uitleggen.
Maar als ze eenmaal ergens tegen zijn en dat willen ze ook uitdragen, dan is er wel degelijk wat aan de hand.
Als ze ook nog met meer dan 100 tegelijkertijd ergens tegen zijn is dat heel bijzonder.
         Waar zijn ze dan tegen?
In de richting van hun vakgebied kan het niet zijn, want al die leraren hebben allemaal verschillende disciplines.
Het werd hen dan ook gelijk kwalijk genomen, waar ze zich mee bemoeiden en ze hadden er toch geen verstand van en ze moesten hun mond houden.
         Deze meer dan 100 hoogleraren maakten duidelijk kenbaar dat het nu wel welletjes was met de bio-industrie en dat het maar eens afgelopen moest zijn.
Waarop de branche terug riep dat de schoenmaker zich bij zijn leest moest houden en wat dachten ze wel! 
         Een tijd geleden, vlak na de MKZ periode, was er al gezegd dat er nu maar eindelijk eens een einde aan een dergelijke, ergerlijke vorm van industrie moest komen.
De toenmalige minister, die destijds over landbouw ging, ( u weet wel, die ten tijde van die MKZ-ruimingen zei dat het een soort oorlog was, Brinkhorst), die minister zou zich toen sterk maken.
Dermate sterk, dat dergelijke praktijken, voortkomend uit de manier waarop vee intensief werd gehouden, in de toekomst zouden worden uitgebannen.
Echter, het werd daarna stil en er werd nooit meer iets ondernomen, al zegt de branche van wel.
         Eigenlijk ben ik blij met het initiatief van die 100 hooggeleerden, die tegen deze ergerlijke vorm van “georganiseerde onverantwoordelijkheid” zijn.
Iemand zal het zo nu en toch maar weer eens moeten zeggen dat het afgelopen moet zijn met diertje pesten.
En dan doel ik niet zo zeer op de melkveehouderij, want dat is nog niet eens de allerergste vorm, als ze zo nu en dan de koeien maar buiten laten lopen.
Denk maar aan al die mestbedrijven en daarvan de allerberoerdste vorm, het giga pluimveebedrijf, da’s pas erg.
Ik weet ook best dat het voor eigenaren van dergelijke bedrijven nog slechts vol te houden is wanneer er schaalvergroting kan plaats vinden.
Want alleen dan is er nog een marge, maar dan is er wel een categorie die verliest en dat is steeds weer het dier, als lijdend voorwerp van de vee-industrie.
         Laat ik me voor het gemak maar bij ons soort dieren houden, want het pluimvee komt er beslist niet best van af.
Als plofkuiken hebben ze slechts een heel korte levensduur, met veel te veel in overvolle klimaatgestuurde stallencomplexen, gevoerd met opstuwend groeivoer vol antibiotica.
Laten we het dan maar even niet hebben over de deerniswekkende legbatterijen en aanverwante zaken, want daarop komt hopelijk binnen afzienbare tijd eindelijk een verbod.
We praten wel over de giga pluimveebedrijven, van waaruit kippen eenden, ganzen, kalkoenen en ander pluimvee in  korte tijd wordt gedegradeerd tot in folie gesealde borststukken, dijen, drumsticks, vleugels of gewoon poulet, die je in de koelvakken bij de buurtsuper op je gemak kunt bekijken en uitzoeken voor steeds weer zeer lage stuntprijzen.
Vogelsoorten, waarvan de financiële waarde gigantisch vele malen belangrijker is geworden dan de intrinsieke.
Die laatste waarde hebben wij, als leden van Aviornis, maar al te zeer leren waarderen. 
         Leden van onze vereniging zijn, net als al die mensen die ander pluimvee houden, “hobbydierhouders”.
Een term, die ik niet bedacht heb, maar die werd  toegepast door lieden, instanties, branches en sectoren, die daarmee aan wilden geven, dat dergelijke mensen niet al te serieus genomen moesten worden.
“Hobbydierhouders” hielden wel pluimvee, maar in zulke kleine hoeveelheden, dat ze absoluut moesten luisteren naar wat werd voorgeschreven voor hen, die er miljoenen op na hielden en er commercie mee bedreven.
Zelfs het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had het maar moeilijk met een categorie Nederlanders, die pluimvee zonder winstoogmerk hield.
Al de maatregelen, die dat ministerie uitvaardigde, waren bedoeld voor al de Nederlanders, die pluimvee hielden.
Winstoogmerk of niet, ze hielden pluimvee en pluimvee was pluimvee en dus vielen ze onder gelijke regels die golden voor houders van pluimvee, die er van moesten bestaan.
Zo kon het dus gebeuren, dat er ten tijde van de vogelpestcrisis, appels met peren werden vergeleken.
Particuliere houders van enig (hooguit enkele tientallen) siervogelspul werden onder één noemer geschaard met particuliere houders van vele honderdduizenden stuks europluimveespul.
Om te voorkomen dat de laatste categorie (de commerciëlen) schade zou lijden moest de eerste groep voldoen aan allerhande maatregelen, die de plofkippen houders niet wilden uitvoeren vanwege veel te duur en onbegonnen werk.
         Sorry, maar ik ben nog steeds een beetje  boos op de discriminerende maatregelen, die ons toen met verve werden opgelegd door het betreffende ministerie en de gehele pluimveesector en wat schetst mijn verbazing, ze doen het toch maar weer, zoals in de buurt van Deurne in Brabant in mei 2010.
Leren ze het dan nooit?
Daarom ben ik ook blij, dat er zo nu en dan weer eens een groepering van zich laat horen en roept dat het maar eens afgelopen moet zijn.
Ik ben er niet van overtuigd dat het direkt gaat helpen, want we houden met z’n allen de gehele bio-industrie nog jarenlang in stand, maar als er voortdurend méér mensen hun stem laten horen en bereid zijn om méér voor hun dagelijkse portie vlees te willen gaan betalen, zal er ooit wel eens een einde aan komen.
Dat nietsvermoedende Nederlanders, die pluimvee louter en alleen (en niet meer en niet minder) voor hun leefplezier houden, dat die mensen (en alleen die) een juk krijgen te dragen als gevolg van onverkwikkelijke zaken van de bio-industrie, dat mag in ieder geval nóóit en nimmer meer gebeuren.

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland.
De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.
Klik voor een vergroting
"Legbatterij"
Klik voor een vergroting
Een keuzetabel voor kippenvlees, samengesteld door het Voedingscentrum. Klik op de afbeelding voor een vergroting.