Rondje fietsen

Deel 35, augustus 2011

           Als vogelliefhebber ben je natuurlijk graag druk met je vogels in de weer, maar voortdurend is ook een keer te veel van het goede.
Daarom keek ik deze zomer ’s middags wel eens naar een live verslag van de “Tour de France” op de beeldbuis.
De Franse televisie zond prachtige beelden uit van deze machtige wedstrijd dwars door imposant zomers Frankrijk, waarbij zo’n 180 gepassioneerde jonge mannen op de racefiets gedurende drie weken 3500 kilometer aflegden door dalen en over hele hoge bergen.
Doordat motorrijders met cameramannen en helikopters met dezelfde soort mensen meereden en vlogen, kreeg je als toeschouwer voortdurend te zien hoe het er aan toe ging.
Het was zomer, ook in Frankrijk, de natuur was daar dan iets verder dan bij ons, maar het was beslist niet altijd prachtig zonnig weer.
Ook daar kon het af en toe flink waaien en heftig regenen. 
           Je zag fervente fans van het tourgebeuren in de berm met auto’s en campers, je zag toeschouwers rijen dik langs de kant staan te joelen en te applaudisseren en ook wel fanatieke meelopers in zeer vreemde outfits, die met de vlag van hun land de renners hardlopend probeerden bij te houden en intussen aanmoedigden.
Je zag bij opnames vanuit de lucht, hoe toeschouwers langs het parcours steeds op het laatste moment in de gaten kregen dat ze eigenlijk te dicht langs de weg stonden en vliegensvlug een stapje terug deden wanneer het  brede peloton voorbij kwam geracet.
Het kon ook gebeuren dat er zo veel fanatiek publiek langs de kant stond, vooral berg op, dat de wielerrenners er slechts met moeite tussendoor een weg naar omhoog konden vinden.
Je kreeg etappes te zien, waarbij de weggetjes maar betrekkelijk smal waren voor de hele tourkaravaan, maar er waren ook wel weer vierbaanswegen bij.
           Bij het passeren van dorpen en steden kregen de wielrenners vaak te maken met brede en smalle straatjes, rotondes, kruisingen, vluchtheuvels en soms moeilijke, scherpe en gevaarlijke bochten en tijdens afdalingen ging het soms bijna 100 km/h!
Let wel, op de fiets!!
De piloten van de helikopters brachten de cameramensen naar de beste plekjes zodat ze mooie opnames konden maken van het parcours met daarin soms een lang lint van  renners en alles wat daarbij nog meer te zien was, zoals prachtige eeuwenoude kastelen, kerken en kloosters, complete dorpen in vogelvlucht en mooie vergezichten.
           Elke dag werd er een stuk door het Franse land afgelegd, een etappe en die kon zo maar honderdvijftig kilometer of meer zijn.
Per dag dus en elke dag weer!
Dat kun je slechts volhouden, als je als wielrenner uitermate goed en optimaal getraind bent, want anders zul je wel snel uitvallen.
Desalniettemin vond ik het een geweldige prestatie van die dappere jonge mannen, die elke dag ook nog eens streden om punten in het klassement te halen, opdat ze mogelijk een bepaalde kleur trui mochten gaan aantrekken en uiteindelijk misschien wel de Tour zouden kunnen gaan winnen. 
           Je kwam bergetappes met collen en vlakke etappes tegen, koplopers, ontsnappingen, demarrages, sprinters, treintjes, tijdritten en je had ook ploegen en zo nu en dan vielen er een paar van die wielrenners en die stuiterden dan op het wegdek.
Er reden dus, pak hem beet, zo’n 180 mensen op de racefiets, zo’n 80 op de motor en ongeveer 150 auto’s mee in deze ronde van Frankrijk.
Daarnaast was er nog de reclamekaravaan, waarin ook nog eens een 160 auto’s waren te vinden.
Er waren dus misschien wel drie keer zoveel motorvoertuigen als wielrenners op de wegen, maar het bleef desondanks toch wel uiteindelijk een sportieve gebeurtenis!?!
           In welke richting gaat dit geschrijf over de ronde van Frankrijk eigenlijk?

Waar wil de schrijver dezes nou naar toe met zijn verhaal, wat heeft een dergelijke lange inleiding nou voor nut?
           Passie, beste mensen, passie en enthousiasme en anders niet.
Jonge, jonge wat een passie en dat elke dag weer!
Niet alléén van de gedreven mannen op de fiets, ook van de drommen toeschouwers, die slechts alles in een flits voorbij zien scheuren, maar daar wel al uren voor in de berm of langs de kant van de weg hebben gezeten, gestaan of gelegen, al dan niet met spandoeken en/of vlaggen.
Passie, gedrevenheid en enthousiasme zijn de woorden die mij bij het zien van zo’n uitzending te binnen schieten.
Maar nu komt het:
           Als slechts een tiende van het Nederlandse volk soortgelijke hoeveelheden enthousiasme ten toon zou spreiden bij het zien van al onze mooie Aviornisvogels, wat zou dat geweldig zijn!
Welk een enorme hoeveelheid nieuwe leden zou dat gaan opleveren!!!

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.
Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting