Een draadje van ijzer

Deel 45, juli 2012

Ik heb u al wel eens verteld van het doen en laten nadat je gepensioneerd bent.
Dat je dag vult met allerhande prettige en leuke bezigheden.
Zo gingen we wel eens naar de stad, mevrouw Smit en ik, om noodzakelijke boodschappen, zoals kleding, te gaan kopen.
Nu is dat uitzoeken altijd al een geweldig probleem, want welke kleur kies je dan en in het geval van broeken zijn naar mijn idee de pashokjes altijd op een zodanige maat gemaakt, dat mannen daar met moeite hun kont kunt keren.
Mocht het dan toch gelukt zijn om iets te vinden in de juiste maat, kleur, struktuur en pasvorm, dan gaan we vaak opgelucht en blij even ergens een “bakkie” doen.
 Dat wilden we laatst ook weer eens even gaan uitvoeren.
Aan de dreigende lucht te zien zou het wel eens spoedig kunnen gaan regenen, dus we besloten maar fluks naar binnen te gaan om in een klein café koffie te gaan drinken.
We zaten nog niet zo lang aan een tafeltje bij het raam, want je wilt natuurlijk blijven “mensen kijken”, toen er een blonde jonge dame binnenkwam.
Ze liep rechtstreeks naar de bar en vroeg aan de barman om een stukje ijzerdraad.
Nu is het wel vaak zo, dat mijn vrouw en ik ons niet gaan zitten afvragen wat er zich zoal aan de bar afspeelt.
Dat zijn onze zaken niet en daar gaan we ons niet mee bezig houden, maar dit geval was wel curieus, meestal vraagt men immers aan de bar iets anders.
 De barman, of de eigenaar van het café, dat wisten wij niet, vroeg toen hoe lang dat stukje ijzerdraad moest zijn en wat ze er mee van plan was.
“Nou,”zei de jonge dame met het blonde haar,“ het portier van mijn auto is in het slot gevallen en de sleutels zitten nog in het kontaktslot en nou wilde ik proberen met een stukje draad de deur weer open te krijgen”.
De man liep naar achteren, kwam even later terug met een gebruikt stukje ijzerdraad, boog er snel nog een handig oog aan en overhandigde de jonge blondine een stukje draad van pakweg vijftig centimeter.
 Het zal zo’n vijf minuten later zijn geweest toen er een man de zaak binnenkwam, die nogal flink moest lachen.
De man achter de bar kende hem zeker, misschien was het wel een vaste klant, want hij noemde hem bij zijn naam.
“Wat heb jij een lol, Gerrit”, zei de barman, “mogen we mee lachen?”
“Jawel”, zei de man, die net het etablissement was binnengekomen en aan de bar was gaan zitten.
“ Daar buiten, een eindje verderop in de straat staat een blonde jonge dame naast een zilvergrijze auto en die probeert met een ijzerdraadje het portier van haar wagen open te prutsen”.
De eigenaar van het café, of de barman, daar waren we nog niet achter, zei:“ Dat klopt, want ik heb haar dat stukje draad zelf gegeven, dat is toch niet zo raar?
Moet je daar nou zo om lachen, het zal je zelf maar overkomen dat je autodeur in het slot valt en de sleutels liggen er nog in, dan wil je wel even staan peuteren”.
“Dat ben ik wel met je eens,” zei de man, “ maar ik moest er zo vreselijk om lachen toen ik zag hoe ze daar bezig was”.
De man, die dus Gerrit heette, begon langzaam rood aan te lopen en proestte het weer uit.
“Als je dat serieuze gespannen gezicht onder die blonde lokken had gezien was jij ook in de lach geschoten”, zei hij tegen de man achter de bar, die Arie bleek te heten.
 Nogmaals, ik moet dat er echt wel even bij vertellen, meestal bemoeien we ons nooit met conversaties die aan of rondom de bar gevoerd worden.
Daarvoor zijn we niet binnen gaan zitten, bovendien kennen we de mensen vaak niet eens, dus waar gaat het over, nietwaar.
Maar deze keer dreigde het uit te lopen op een vreemde, nogal lachwekkende climax en daar wilde we wel van meegenieten.
Vandaar dat we even bleven luisteren, maar dat doen we anders dus nooit!
 “Nou”, zei Arie, die intussen zeker ook wel benieuwd was geworden naar dat, in de ogen van die Gerrit, vreemdsoortige tafereel, “wat was er dan zo bijzonder lachwekkend aan die poging van die blonde dame om de autodeur open te krijgen met dat stukje ijzerdraad?”
“Je zult het geloven of niet,” zei die Gerrit, “ maar er zaten twee jongedames op de achterbank van die auto, ze hadden dezelfde lichte haarkleur als de jonge dame met het draadje,”
en hij begon te gieren van het lachen, “en die gaven telkens aanwijzingen!”

Leden van Aviornis gebruiken waarschijnlijk ook wel eens een stukje ijzerdraad maar gaan er vast en zeker allemaal veel slimmer mee om!

Bart Smit

NB. Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.

Klik voor een vergroting
Creatief met ijzerdraad
Klik voor een vergroting
Een vogeltje van ijzerdraad!