Pindakaaspotjes verbazing!

Deel 58, januari 2014

Veel voorspoed en gezondheid in 2014!

Ik verbaas mij dagelijks.
Dagelijks schrik ik op vanwege de vreemde capriolen die wilde vogels uithalen.

Nu is het woord “capriolen” min of meer niet zo goed gekozen, want waar ik eigenlijk op doel is het feit, dat je vogels soms op de vreemdste plekken tegenkomt.

Er ligt een berg snoeiafval in de tuin, zo’n kleine twee meter hoog en breed, ontstaan na het fatsoeneren van een beschadigde boom tijdens de zware storm eind oktober j.l.
Deze stapel takken moet t.z.t. worden opgeruimd, maar zal nog wel een korte tijd blijven liggen vanwege even geen prioriteit.

Na nog geen uur nadat ik de laatste tak op deze bult heb geworpen wordt dit kunstmatige aangelegde struikgewas al bevolkt door een hele “kudde”mussen, (Passer domesticus), die in dit bouwwerk een prettige schuilplaats denkt te hebben gevonden.

Terwijl deze column vorm begint te krijgen, komt plotsklaps deze “horde” huismussen voorbij stuiven en schiet met een behoorlijk tempo de struik naast het raam in.

Hierin is eigenlijk niks aan voedsel te vinden, (want daar zijn huismussen altijd naar op zoek), maar een meter of tien verderop wel.

Deze groep van zo’n +/-15 stuks (maar het kunnen er ook zo maar meer zijn) weet intussen exact dat overdag het luikje van het kippennachthok open staat en dat je daardoor naar binnen kunt.

Binnen staat altijd een bak met voer, zodat het gekipte dat daar hun domicilie heeft, immer wat te eten kan vinden, wanneer daaraan behoefte bestaat.

Maar dat is natuurlijk een goedbedoelde, doch domme, aktie van mij, want voordat mijn pluimvee trek begint te krijgen, hebben de mussen het voer al grotendeels naar binnen gewerkt en is er niet zo veel meer over.

Hoe ze deze gratis voedselbron hebben ontdekt weet ik niet, want ik stond er niet bij en keek er naar, maar intussen weet ik wel, dat de huismus (Passer domesticus) bijzonder uitgekiend te werk gaat.

Ze zullen wel gezien hebben dat er regelmatig hoenders in en uit het nachthok gingen en aangezien ze altijd en overal interesse in hebben en elke mogelijke mogelijkheid gaan inspecteren, kwamen ze tot deze, voor hen, grandioze ontdekking.

Tegenwoordig is het al zo ver, wanneer ik ’s morgens de kippen naar buiten laat door het luikje te openen, de mussen, op gepaste afstand, met mij mee vliegen en rondom in het struikgewas gaan zitten wachten en dan gaan de hoenders er uit en de kwajongens er in.

Goed, dat was de ene verbazing, maar er is nog een andere welke ik met u wil delen.

Elk winterseizoen heb ik een voederplank met daarop voeder voor allerlei vogels ingericht en aan de plank hangen ook andere attributen om de vogels de winter door te helpen.

Ach, u kent dat wel, de handel speelt er lustig op in, je hoeft geen vetbol meer zelf te maken en de gepelde pinda’s zitten al in een netje.

Ook had ik vorige winter, voor het eerst, een pindakaaspotjesafdakje opgehangen.
Mij was ter ore gekomen dat vooral mezen daar verzot op zijn en nou ja, zo’n pindapotjeshouder is de prijs ook niet, desnoods maak je hem zelf.

Nu is de gewone pindakaas voor vogels absoluut niet geschikt, vanwege te zout, maar er is wel andere te verkrijgen, zonder zout en ook wel in meerder smaakvarianten.

Het potje raakte vorig seizoen leeg en de rest van het wintervoer was natuurlijk ook op, maar voordat het zo ver is en de winter er in valt, heb ik de voorraad maar weer aangevuld. Mij pakken ze niet!

Aangezien het potje (nep) pindakaas vorige winter heel goed in de smaak viel en ik de houder natuurlijk niet voor niets had bewaard, kwam ik uit de winkel met een vol potje.

Hoewel het nog helemaal niet winterde, besloot ik om de potjeshouder inclusief het volle potje maar alvast op te hangen (je moet het dekseltje wel van het potje draaien!).
Ben ik daar in ieder geval mooi op tijd mee en kunnen ze er vast al wat aan wennen, waren mij gedachten.
Wie schetst mijn verbazing, toen amper twee dagen later, zelfs nog minder, een pimpelmees (Parus caeruleus) zich al te goed deed aan de inhoud.

Toen kwamen gelijk de volgende vragen in mij op:

  1. Heeft dit vogeltje gezien dat het volle potje in potjeshouder werd geplaatst en opgehangen,
  2. Kwam dit blauw-geel uitgedoste exemplaar van de mezenfamilie elders zo’n leeg potje tegen en dacht toen : “hé, hier hangt een volle!”,
  3. Kwam deze pimpelmees-man bij toeval langs deze wintervoedselbron (ze zijn immers constant op zoek naar eterij) of
  4. Wist dit vogeltje na meer dan een half jaar nog de exacte plek en zag dat er (hè, hè) eindelijk een nieuw vol potje was opgehangen?

Wat er in die vogelhersentjes om ging zullen we nooit te weten komen, net zoals we dat wel nooit bij onze Aviornisvogels kunnen bedenken.

Daarvoor moeten we al zeer oud worden en dan verbazen we ons nog steeds! 

Bart Smit

NB. Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.

Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting