Witte lijnen

Deel 83, februari 2017

U kent ze vast wel, of anders hebt u er wel eens van gehoord, de mensen die meehelpen bij het bestaan van de regionale amateur voetbalclubs.

Denk daarbij dan aan de man die, telkens vóór de wedstrijden, de witte lijnen kaarsrecht op de groene grasmat aanbrengt, de man die de wedstrijdballen verzamelt, de netten in de doelen hangt of degene die de kleren wast en strijkt, kortom, allerhande materiaalmensen.

De kleedkamers, de douches en de toiletten moeten worden schoongemaakt, er moet iemand in de kantine zijn en ga zo maar door; dat werk wordt allemaal gedaan door vrijwilligers.

In dit bovenstaande geval is er sprake van een voetbalvereniging, maar er zijn vele soorten verenigingen.

Zo zijn er bijvoorbeeld belangenverenigingen, beroepsverenigingen, brancheverenigingen, carnavalsverenigingen en consumentenverenigingen.

Daarnaast bestaan er diverse hobbyverenigingen, pluimveeverenigingen, patiëntenverenigingen, politieke partijen, vakbonden en vogelverenigingen.

Onder de laatste categorie valt Aviornis International Nederland, die ik nu ook wel “onze vereniging” kan noemen en intussen al ruim 35 jaar bestaat!

Wat is er nu zo bijzonder aan een vogelvereniging, trouwens, wat is er überhaupt bijzonder aan Aviornis?

Eigenlijk is het heel simpel, een vogelvereniging bestaat uit een heleboel leden, die allemaal precies hetzelfde doen en willen, namelijk vogels mooi en bijzonder vinden.

Je kunt ook gewoon zeggen: ”leden van Aviornis houden van oorspronkelijke vogelsoorten, willen er veel naar kijken, veel van genieten en als het even kan in avicultuur ook mee kweken”.

De vogelsoorten, vallend onder onze vereniging, zijn allen oorspronkelijk, d.w.z. dat er op geen enkele manier aan is gesleuteld om andere vormen of kleuren te krijgen.

Ze zijn dus allen “soortuiver” en daardoor kunnen de door de leden gefokte vogels gebruikt worden als buffer voor calamiteiten in hun oorspronkelijke habitat en zodoende weer bijdragen aan de biodiversiteit.

Zoiets heet dan een “doelstelling”.

Op zich is dat een prachtig streven en in de praktijk blijkt ook al dat het kan en dat het werkt, zoals bij het “Trinidadprojekt” van enige tijd geleden.

In zo’n soort situatie is het natuurlijk van het grootste belang, dat de leden die vogels hebben afgestaan voor een projekt, zoals export en herintroduktie in het wild, niet stiekem of per ongeluk toch kruisingen hebben toegepast, want dan valt het loslaten in de natuur van gekweekte vogels natuurlijk in het water.

De natuur zit echt niet te wachten op blonde, witte, zwarte of anders gekleurde mutanten.

Onze vereniging heeft nóg een bijzonderheid, maar eigenlijk heeft elke vereniging die bijzonderheid wel in meerdere of mindere mate.

Net als de onze, wordt bijna elke vereniging wel gerund door “vrijwilligers” en vrijwilligers zijn de kurk waarop de vereniging drijft!

Er is uitgezocht dat ongeveer 50% van de Nederlanders wel 1 maal per jaar vrijwilligerswerk doet en soms ook wel gedurende 18 tot 24 uur per maand.

Vrijwilligers zijn hoofdzakelijk tussen de 35 en 45 jaar oud; ouderen zouden het wat minder doen.

De meeste vrijwilligers wonen in de provincie Fryslân en daarna in Overijssel en Utrecht, terwijl de minste vrijwilligers in Limburg en Zuidholland wonen.

De meeste mensen, die iets voor anderen willen doen, zijn bezig met uitvoerend, ondersteunend en/of bestuurswerk.

Méér dan 92% van de mensen, die vrijwillig bezig zijn, hebben meestal of altijd plezier in hun werk!

Er wordt wat ondergezocht tegenwoordig, zo is er ook ontdekt dat men vrijwilligerswerk is gaan doen om anderen te helpen, om nieuwe dingen te leren, om een prettige afleiding te hebben of om nog ergens belangrijk voor te zijn.

Een bekende vrijwilligers organisatie is bijvoorbeeld Humanitas, met bij elkaar meer dan 1800 zeer gespecialiseerde vrijwilligers, die vooral bezig zijn met hulp en ondersteuning voor mensen die het persoonlijk even moeilijk hebben.

Hoe dan ook, onze vereniging Aviornis wordt dus ook compleet gerund door allemaal vrijwilligers, daarmee hebben we goud in handen en daar mogen en kunnen we best trots op zijn.

Ga maar na, veel van de leden stellen geheel belangeloos hun vrije tijd beschikbaar om iets te doen voor hun club (net zoals de man die telkens weer de kaarsrechte witte lijnen trekt!).

Zoals uit bovenstaande cijfers is af te lezen worden er heel wat uren gemaakt en sommigen maken er beslist nog veel meer!

Denk maar eens aan al die leden, die bezig zijn in bestuursfuncties, de ringendienst, de internetcommissie, de ledenadministratie etc. etc. en dan sla ik er vast nog wel en paar belangrijke over, zoals de diverse werkgroepen.

Wat zit er nou achter om dat werk allemaal vrijwillig te willen gaan doen, vanwaar dat enthousiasme? 

Een paar zaken zijn dus al wel uitgezocht maar er komt m.i. nog een heel belangrijke bij, namelijk dat al onze vrijwilligers er van overtuigd zijn, dat het met onze vereniging goed moet gaan.

Het moet goed gaan, omdat alle leden er plezier in hebben om bezig te zijn met oorspronkelijke vogelsoorten en dat willen ze nog heel lang zo houden.

Het allerliefst met zo weinig mogelijk bemoeienissen van buitenaf door allerhande emotionele, kromme en betuttelende wet-, en regelgeving.

Daarom zetten al die vrijwilligers zich vol elan in voor de volle honderd procent en daar hebben we allemaal profijt van!

Val ik in herhaling als ik zeg dat we daar trots op kunnen en mogen zijn?

Is niet erg, je kunt het niet vaak genoeg zeggen!

Bart Smit

NB. Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.