vrijdag 12 september 2025

 

Zitting behandeling Huis- en Hobbydierenlijst bij CBb op 31 juli

 

Zitting behandeling Huis- en Hobbydierenlijst (de Positieflijst Zoogdieren) bij CBb op 31 juli 2025 te Den Haag

Door Jaap Korten, Aviornis International Nederland

Op donderdag 31 juli 2025 vond de behandeling plaats van de Huis- en Hobbydierenlijst. Namens Aviornis Nederland waren Aris Bulk, Hilgert van Tol, Jaap Korten en Wobbe Bouma bij de zitting aanwezig. De zitting duurde van ca. 09.45 uur tot ca. 16.45 uur, met schorsingen voor besluiten, koffie pauze en lunch. Stichting Animalia hield daarvan een liveblog op Facebook bij. Daarna is er door Animalia een uitgebreid verslag verschenen.

Het door Animalia opgestelde verslag van de zitting geeft een zeer goed overzicht van de onderwerpen die aan de orde zijn gekomen en is op hun website te lezen. 
https://stichtinganimalia.nl/verslag-zitting-huis-hobbydierenlijst-positieflijst-cbb-31-juli-2025/

Toch wil ik op bepaalde punten nog wat nader, als toevoeging, ingaan. Met dank voor de bijdrage van notities van Aris Bulk.

Het CB-college bestond uit drie rechters, waarvan er één, niet de voorzitter, reeds de voorzieningenrechter was bij de eerdere behandeling voor gevraagd uitstel van het ingaan van de Huis- en Hobbydierenlijst, dan wel het niet handhaven daarvan. Die toen in juli 2024 werd afgewezen.

Omdat de belangstelling voor de behandeling groot was, werd op het laatste moment naar een andere zittingszaal uitgeweken. En begon de zitting wat later dan gepland. Helaas waren daar voor de bezwaar makende partijen niet voldoende microfoons aanwezig. Waardoor niet alles wat er door de advocaten van Dibevo/PVH en Animalia werd gezegd in de zaal goed te horen was. Want die hadden slechts één microfoon op afstand tot hun beschikking, terwijl de Landsadvocaat en de advocaat van Stichting AAP ieder een microfoon hadden. En naast elkaar zaten.

Er werden door de rechters 12 bezwaarschriften behandeld, met de bedoeling om tot een uitspraak te kunnen komen. De inhoud van de bezwaarschriften waren niet openbaar. Er werd niet behandeld wat daarin stond beschreven. Het ging alleen om verheldering. Wanneer een advocaat daar toch uit probeerde te citeren, werd door de rechter meteen gezegd dat hij dat had gelezen. De rechters bleken goed in de materie te zijn ingelezen.

Stichting AAP als belanghebbende

tichting AAP had zich als derde belanghebbende voor de zitting aangemeld. Op de vraag van de rechters waarom Stichting AAP zich als belanghebbende beschouwde werd geantwoord dat de opvang van afgedankte exotische dieren zeer kostbaar is en hun opvang capaciteit te klein. Stichting AAP ziet de H&H lijst als een middel om de instroom van exotische huisdieren te voorkomen. De rechters vonden dat geen goed argument. Na schorsing werd door de rechters bepaald dat Stichting AAP toch als belanghebbende kon worden aangemerkt op basis van hun ingediende statuten. En mocht de grote delegatie van Stichting AAP bij de zitting blijven.

Het tegenrapport van Animalia

Naast de ingediende bezwaren heeft Animalia nog net binnen de tijd een Tegenrapport ingediend. De Landsadvocaat betoogde dat zij dat te laat hadden ontvangen om inhoudelijk te kunnen reageren en wilde dat het niet zou worden toegelaten. De advocaat van Animalia had het Ministerie om een emailadres gevraagd om het tegenrapport ook aan hen te kunnen sturen, maar niet gekregen. De rechters besloten na beraad dat het Tegenrapport wel meegenomen zal worden, ook al zou dat voor uitstel van de uitspraak zorgen en niet meer op deze zittingsdag kunnen worden genomen.

Stichting Animalia heeft de inhoud van hun Tegenrapport nu ook op hun website gezet.

En is als volgt te lezen: 
https://stichtinganimalia.nl/tegenrapport-positieflijst-stichting-animalia-2025/

Indeling diersoorten

Bij de Positieflijsten uit 2015 werd nog onderscheid gemaakt tussen dieren die zondermeer gehouden mochten worden, dieren die met bijbehorende houderijvoorschriften gehouden mochten worden en dieren die niet gehouden mochten worden. Van die lijst zonder voorschriften zijn er op de nieuwe lijst nog maar 30 soorten overgebleven. De vraag was waarom de dieren die wel beoordeeld zijn en met houderijvoorschriten zouden kunnen worden gehouden, nu niet meer gehouden mogen worden.
Er bleek onduidelijkheid of na het verwerpen van de lijsten door het CBb in 2017, die daadwerkelijk door het Ministerie zijn ingetrokken.

Deskundigheid, onafhankelijkheid en unanimiteit Adviescollege

Het Adviescollege werd door drie personen op de zitting vertegenwoordigd. Er werd gediscussieerd op welk moment Domesticatie onderdeel van de beoordeling was geworden, omdat dat niet als zodanig in de opdracht van het Ministerie stond. Volgens de heer Staman, voorzitter van het Adviescollege, had het Adviescollege voldoende vrijheid om dat zelf te bepalen. En dat de leden over ruime kennis van de onderwerpen beschikten. De wetenschapper Frans Knapen met expertise van zoönosen was eerder lid van de adviescommissie. Wegens onvrede over de procedure was hij daar uit gestapt. Zonder zijn medeweten werd zijn rapport door de WAP (Wetenschappelijke Adviescommissie Positieflijst) aangepast en was nu bijlage 6 van het advies. Hij vond zeer ten onrechte dat daar nog steeds zijn naam aan was verbonden. Unanimiteit over het uitgebrachte advies werd volgens Staman na zeer veel overleg bereikt.

Systematiek

De vraag van de rechters was of de gevolgde methode juridisch en inhoudelijk toereikend is. De bezwaarschriften waren daar volgens de rechter zeer kritisch over. En vond dat de vraagstelling met alleen Ja/Nee geen mogelijkheid tot differentiatie gaf.

Houderijmaatregelen

Ook al had de rechter in eerste instantie aangegeven dat het niet om mogelijke alternatieven ging, verschoof de discussie naar het feit dat in het beoordelingskader houderijmaatregelen totaal niet waren meegenomen. (Blijkbaar omdat het gebruik daarvan in de bezwaarschriften zijn aangedragen.) De rechter vroeg of dat het de handhaafbaarheid niet ten goede zou komen en waarom tot de voorliggende keuze was gekomen. Het antwoord was dat gekozen was voor dieren die aan het Nederlandse klimaat gewend waren. Vandaar dat de rechter opmerkte dat bepaalde dieren toch ook binnenshuis gehouden kunnen worden. Volgens het Ministerie en Stichting AAP zouden houders zich toch niet aan de voorschriften houden. De advocate van Dibevo wees er op dat het door de overheid gefinancierde LICG (Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren) richtlijnen in bijsluiters heeft opgesteld voor het houden van dierensoorten, die nu niet (meer) op de H&H lijst staan.

Domesticatie

De vraag kwam aan de orde op welk moment er op basis van domesticatie is beoordeeld. En het daaraan verbonden zijn van minder risico. De rechter noemde zelf als voorbeeld de beten door honden. De Landsadvocaat antwoordde dat er bij honden meer variaties zijn. Dat er veel honden worden gehouden en procentueel het aantal incidenten dan meevalt. Honden en ook katten zijn vanwege “maatschappelijke acceptatie” op de lijst gezet. In de discussie kwam naar voren dat er grote verschillen zijn tussen de hondenrassen en dat daar geen onderscheid tussen is gemaakt. Gerrit Hofstra van Dibevo betoogde dat het gedrag van dieren door domesticatie niet genetisch is verankerd en bij verwildering, zoals bij de kat en de hond, weer terugkeert naar afstand en zelfs gevaar voor de mens.

Voorzorgsbeginsel

Daarin kwam verwijzing naar het Andibel-arrest naar voren. En of het Adviescollege is uitgegaan van theoretische of reële wetenschappelijk onderbouwde risico’s. Het bleek dat het vooral om theoretische risico’s gaat. De Dibevo advocate vroeg zich af waarom dieren die in 2015 nog op de lijst van te houden stonden, nu niet meer op de nieuw lijst staan. Volgens Staman van het Adviescollege kwam dat door voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. Volgens Animalia zijn daar echter in de tussentijd geen wetenschappelijke publicaties over verschenen. En werd aldus als onzin afgedaan. Op de vraag van de rechter of Nederland aan de Europese Commissie had gemeld dat er nu 280 soorten dieren niet meer op de positieflijst staan, antwoordde een medewerkster van het Ministerie op een zeer onduidelijke manier dat de 30 soorten waren gemeld en dat het daardoor duidelijk zou zijn dat de andere er niet meer opstonden. De rechter wil nog wel helder krijgen wat er precies is gemeld.

Zoönosen

Frans Knapen betoogde als expert dat er wel degelijk verschil diende te worden gemaakt tussen beheersbare en niet-of nauwelijks beheersbare infecties door zoönosen. En daardoor dus in andere risico klassen dienden te worden ingedeeld. De vraag kwam aan de orde waarom de dromedaris niet op de H&H lijst terecht is gekomen. Volgens het derde aanwezige lid van de Adviescommissie zouden dromedarissen zich nog in een vroeg stadium van domesticatie bevinden. En vormen een gevaar voor zeer ernstig letsel bij de mens. Daarnaast is het zeer hoog-risico pathogene MERS virus als zoönose bij wilde dromedarissen aangetoond. En die zouden in contact met gehouden dromedarissen de gevaarlijke besmetting kunnen overdragen. Deze toelichting ontketende een heftige reactie bij de zoon van de dromedaris expert. “Totale onzin en getuigt van de onwetendheid bij de Adviescommissie!“ Er zijn geen wilde dromedarissen meer. Bij de in Saudi Arabië gehouden populatie komt inderdaad het MERS virus voor, maar die is beheersbaar. Hoe kunnen die vanuit Saudi Arabië in contact komen met de MERS vrije dromedarissen, die in Nederland worden gehouden? Je mag ze niet importeren en “je kan ze niet in je binnenzak meesmokkelen”.

Vervolgens vroeg de rechter of het feit niet afdoende was, dat voor het houden van dromedarissen een algehele vrijstelling is verleend. Nee, want dan blijft de verkeerde beoordeling toch staan en hadden ze op de H&H lijst moeten worden gezet. De advocate van Animalia merkte nog op dat hetzelfde voor damherten en edelherten diende te gelden.

Evenredigheid

De Minister had van het advies van het Adviescollege kunnen afwijken. Of de opdracht breder kunnen formuleren. De advocaat van Stichting AAP vroeg of David van Gennep van Stichting AAP het woord mocht voeren. De rechter stemde dat toe, als het maar kort was. David van Gennep probeerde zijn loopbaan bij Stichting AAP en zijn betrokkenheid bij de positieflijsten uit te gaan leggen. De rechter greep in en David kon alleen nog zeggen dat dit de beste lijst was van alle eerdere.(Wel jammer dat niet aan hem werd gevraagd waarom hij vindt dat de extreem korte lijst de beste is.)

Handhaving

De advocaten van Animalia en Dibevo/PVH vroegen aan de Landsadvocaat of er door de overheid niet gehandhaafd zal worden, zolang er nog geen uitspraak is. Zij noemde het overgangsrecht dat de dieren gehouden mogen worden, maar zich niet mogen voortplanten en worden verhandeld. (Echter dieren die vóór 1 juli 2024 geboren zijn mogen wel worden verhandeld.) Behalve op risico gerichte handhaving wilde de Landsadvocaat verder niets toezeggen. De beide advocaten vroegen daarop of er een voorziening op niet-handhaven kon worden getroffen. De voorzitter stelde dat het CB-college met drie rechters daar niet toe bevoegd is. Theoretisch zouden dan twee rechters de zaal moeten verlaten, want de voorzieningenrechtspraak wordt door één rechter behandeld. De voorzitter zei dat dan daarvoor een aparte procedure zou moeten worden aangespannen.

Tot slot

De rechter stelde dat er ergens volgende week een brief zal komen met de vervolgstappen. Met daarin de tijd die het Ministerie krijgt om op de Tegenargumenten van Animalia te kunnen reageren. En dat over en weer juridische argumenten nog kunnen worden uitgewisseld.

Status update

Op 6 augustus 2025 heeft het CBb de minister schriftelijk verzocht om inhoudelijk te reageren op diverse rapporten en aanvullende vragen van het college zelf.

Inhoudelijk zijn over de rapporten de volgend vragen gesteld:

Waarom adviezen uit eerder genoemde publicaties om de dromedaris op de lijst te zetten niet zijn gevolgd; Of de dromedaris volgens de minister vergevorderd gedomesticeerd is, en zo niet: welke criteria volgens hem/haar niet gehaald worden en waarom; Te reageren op wat in een rapport is aangevoerd over de domesticatie van de diersoorten chinchilla, Russische dwerghamster en jak; Wat de minister vindt van de conclusies in het Deskundigenbericht Domesticatie over chinchilla, Russische dwerghamster en jak.

Over de beoordelingssystematiek:

Waarom de minister denkt dat bij bosmuis, relmuis, katoenrat en dromedaris een reële kans bestaat op wildvang (risicofactor LG1 – zoönose); Reactie op de Analyse risicobeoordeling witstaartstekelvarken; Waarom het ‘omslagpunt” voor plaatsing op de lijst ligt bij 3 of meer risicocategorieën, en niet al bij 2, terwijl ze volgens de minister allemaal gevaar opleveren voor diergezondheid en welzijn;
Waarom een score in 3 of meer risicocategorieën en/of in de risicofactor letsel/gezondheid mens (LG1 en LG2) geen belemmering vormt om een soort op de lijst te zetten, ook als die al “vergevorderd gedomesticeerd” is.

Termijnen en vervolg

  • 3 oktober 2025: uiterste datum voor de reactie van de minister.
  • 7 november 2025: uiterste datum waarop Animalia en Stichting AAP kunnen reageren op de reactie van de minister.
  • 19 december 2025: tweede zitting bij het CBb, vanaf 09:30 uur. Deze zal dit keer live te volgen via een livestream.

Opmerking

De inhoud van alle bezwaarschriften en van de Animalia Tegenargumenten was bij ons toehoorders tijdens de zitting niet bekend. (Inmiddels staat het Animalia Tegenrapport op hun website.)

Wanneer de advocaten daar stukken uit wilden aanhalen, zei de rechter dat hij die had gelezen en werden daarom niet verder behandeld of toegelicht. In hoeverre de belangrijke argumenten van het Andibel arrest daarin zijn uitgewerkt en op de nieuwe lijst van toepassing zijn, is ons dus onbekend. Het verslag van Animalia over de gang van zaken tijdens de zitting geeft een toch wel optimistisch gevoel over een positieve houding van de rechters voor het mogelijk afwijzen van de H&H lijst. Ook de nu door het CB-college aan het Ministerie gestelde kritische vragen zijn bemoedigend. Maar omdat de tegenargumenten, met name op basis van het Andibel arrest niet tijdens de zitting gewogen zijn, blijft, althans voor mij, de uitkomst toch helaas onzeker welke kant het op zal gaan.

Jaap Korten
Aviornis International Nederland