Koken

Deel 24, september 2010

         “Kijk,” zei iemand, die eens van onderwerp wilde veranderen. U bent het allemaal wel met mij eens dat je niet een heel etmaal lang met je vogels bezig kunt zijn.
Een dagdeel zou misschien nog wel lukken, maar ’s nachts wordt het wat lastiger, tenzij er een paar bouwlampen op vijver of volière staan gericht.
Dus wordt er een invulling voor de avonduren gezocht, want in de nachtelijke uren gaan gewoon de oogjes toe.
Die invulling kan natuurlijk weer van alles zijn, want iedereen is verschillend, maar een flinke portie ontspanning na een dag hard werken is wel zo aangenaam.
Kun je er de volgende dag weer verkwikt tegenaan.
         Je kunt ’s avond natuurlijk de administratie of boekhouding gaan doen of een column schrijven zoals ik, maar dat doe je meestal niet elke avond.
Aanschuiven bij andere leden van uw favoriete vereniging in het clubhuis is een optie.
Een bezoekje aan de gezellige stamtafel in uw voorkeurskroeg is ook een mogelijkheid.
Maar je kunt ook gewoon, lui op de bank, een paar uurtjes televisie kijken.
Het aanbod van kanalen is groot en er is altijd wel een ontspannende quiz, spelprogramma, krimi, film, thriller of voetbalwedstrijd e.v.a. om over je heen te laten komen.
Nou, dan ben je al zappend zo maar een paar uurtjes zoet.
         Het valt mij echter op, dat er de laatste jaren voortdurend meer “kookprogramma’s” op de buis zijn verschenen, op zowel Nederlandse als ook buitenlandse zenders.
In steeds weer andere vormen.
Je hebt programma’s met beroemde koks, sterren koks, amateur-koks, allemaal amateurs, waar onder toch nog een echte zit.
Je hebt aardige, behulpzame koks en boze koks, die bij het minste of geringste tegen alles en iedereen uitvaren.
Je hebt jonge en oude koks en er is soms herrie in de keuken!
Er zijn programma’s waarin mensen van niets iets moeten maken, of een heel restaurant moeten verbouwen en programma’s waarin de kok uitsluiten biologisch materiaal en/of spul uit eigen omgeving of  tuin gebruikt.
Zo kan ik nog wel even doorgaan, want de variaties zijn groot.
Net als de recepten trouwens, want daar komt echt helemáál geen einde aan!
         Wat mij echter steeds meer tegenstaat bij dergelijke programma’s is dat eeuwige inzoomen met de camera op het snijden van de ingrediënten.
Niet is zo deerniswekkend om te zien als het klein maken van een ui, paprika, tomaat, kool of peterselie, steeds weer hetzelfde en dat bij elke aflevering weer opnieuw.
Natuurlijk, volle bewondering voor de flitsende handigheid waarmee het geschiedt, maar de tranen schieten je in de ogen.
Gelukkig komt uienwalm je nog net niet van het scherm tegemoet, dat is natuurlijk wel een voordeel.
Dan volgt meestal het met veel enthousiasme en bombarie in de pan schuiven van het fijngehakte spul, samen met de overige zaken, die voor een heerlijk gerecht zullen moeten zorgdragen.
Ja, me neus, de begeesterde koks kunnen nog zo ferm met het handje boven de pan staan te wapperen en lopen te roepen dat deze combinatie geweldig is en dat het overheerlijk ruikt en dat al die heerlijke smaken geweldig tot hun recht komen.
Echter, wij zitten er maar naar te kijken en krijgen er niets van mee.
         Nog zo’n drama, de geestdriftige kok laat een vrij grote, glimmende vis zien, waarmee hij van plan is een zeer bijzonder werelds gerecht te gaan maken.
Deze prachtige vis, die wij overigens nooit zelf in onze keuken klaar zullen maken vanwege veel te duur, werd, volgens dezelfde kok, nog geen 24 uur geleden gevangen langs de kust van een of ander ver oord.
Het beest ligt op de snijplank wat glazig voor zich uit te staren, want de fut is er al een tijdje uit.
Nu heeft Bart Smit wel voor hetere vuren gestaan, maar moet er door de cameraman nou beslist net groot in beeld gebracht worden: het moment dat de kordate kok met een kloeke klap de kop van de koude vis klieft?
Het zelf schoonmaken van wild en gevogelte is voor mij intussen wel gesneden koek, velen zijn mij door de handen gegaan, maar ik hoef toch ‘s avonds na een verrukkelijk diner niet nog eens toe te kijken hoe een vlotte keukenprins met een hakbijl, gigagroot in beeld gebracht, een dode, geplukte en schoongemaakte kip, fazant, eend of parelhoen vierendeelt?
         Omroepbazen en programmamakers, bespaar ons deze vreemde realistische televisie.
Het gehele ritueel, van het klaarmaken, bij elkaar voegen, bakken, braden, stoven, sudderen, kortom “de kookkunst” levert weliswaar een aardig schouwspel op.
Maar als nietsvermoedende toeschouwers in een zaal een hapje krijgen aangereikt en roepen dat het buitengemeen goed smaakt, zitten wij er, onderuitgezakt op bank of televisiezetel, bij en kunnen er alleen maar naar kijken.
Misschien is het wel helemaal niet lekker en zeggen ze maar wat en lusten de honden er geen brood van.
Mocht het de bedoeling van de programmabedenkers zijn, dat wij het na afloop allemaal zelf eens gaan proberen, dan kan ik nu al zeggen: “het ging véél te snel, het zag er leuk uit en al die toebehoren hebben we heel toevallig nu net niet in huis”.
         Als ze het echt goed willen doen, dan moeten ze bij mij onverwacht aanbellen, net zo als Gaston van de Postcodeloterij dat doet en dan roepen: “Goeoeoedenavond, u hebt zojuist gedurende drie kwartier naar het maken van dit bijzondere gerecht zitten kijken, proeft u eens”.
Alleen dan wil ik nog wel naar zo’n flitsende demonstratie van bekwaamheid blijven kijken, maar staat er na afloop niemand op de stoep, dan zap ik de volgende keer gewoon verder.
Jammer voor die kookgekken, maar eigen schuld!

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland.
De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.
Klik voor een vergroting
TV-kok Ramon Beuk kookt in Barneveld echte Barneveldse kip.
Klik voor een vergroting