Deel 89: september 2019

Flop

“Waar het hart van vol is, loopt de mond van over”.Ik schrijf graag over zaken, die met de natuur en soms de jacht te maken hebben, maar met dat laatste moet ik natuurlijk ook een beetje oppassen, want het mag niet zo zijn, dat de lezer gaat denken: “Oh gut, daar heb je hem weer!”. Deze keer gaat het er niet veel over, maar ook een beetje wel.


Het was eind 2018.

Een iemand van de Dierenbescherming van Zuid-Holland had een lumineus idee gekregen en hem leek het een goede zaak als dat zou worden uitgevoerd. Jaarlijks worden er 250.000 wilde ganzen gedood in agrarische landerijen, om vooral méér schade te voorkomen. Het plan was: als er nu eens een aantal vrijwilligers zou komen, die op een volkomen diervriendelijke manier de wilde ganzen gingen verjagen, dus zonder ze dood te schieten, dan zou dat heel wat ganzenlevens sparen. Dus werd er voor de werving een aantal vragen opgesteld, zoals: of je affiniteit had met ganzen en boeren en of je wilde bijdragen aan een diervriendelijke aanpak. Verder was het mooi wanneer je op oproepbasis beschikbaar kon zijn; er zou worden gezorgd voor goede instructies en begeleiding en de reiskosten werden vergoed.

Het verjagen van ganzen van een perceel met een bepaald gewas is niet eenvoudig. Wanneer deze vogels eenmaal een maaltje hebben ontdekt, zijn ze er maar moeilijk van af te brengen en keren ze regelmatig terug. Voor vele ganzensoorten is het groene eiwitrijke gras een waar feestmaal en kijk maar om u heen, is dat niet overal te vinden? (niet in de grote stad natuurlijk, hè, hè)

Heel veel agrariërs zijn de komst van deze dieren al heel lang zat en zien ze het liefst verdwijnen, ook al omdat ze meestal niet met weinig komen, maar wel heel vaak met velen en dan is honderd maar weinig! Als koeienboer, maar ook als landbouwboer, ben je afhankelijk van de gewassen op het land. Het is hun land, zij zijn eigenaar en zij moeten er van bestaan. Als ze bijvoorbeeld graan verbouwen, willen ze wel graag dat het groot wordt, zodat ze het kunnen oogsten en niet al wordt opgevreten, als het nog slechts een paar centimeter hoog is. Als een weiland met gras bedoeld is als koeienvoer, dan moet dat eerst nog wat groeien en dan willen ze wel graag, dat het gras gemaaid kan worden en niet dat het al kaal en volkomen ondergepoept is, voordat ze überhaupt aan het maaien toe zijn. Maar ja, voor de gans ziet het er ook allemaal zo aantrekkelijk uit en eerlijk is eerlijk, deze mooie, grote watervogels willen ook overleven, dus moeten ze wel eten. Jaag je ze nou weg, van een perceel waar ze absoluut niet gewenst zijn, vliegen ze op en gaan naar het naastliggende land van de buurman. Als die ze dan weer verjaagd, dat kan tegenwoordig ook met speciale laserlichtapparatuur, dan vliegen ze net zo snel weer terug. Er is ook al eens een proef gedaan met Bordercollies, een soort schaapsherdershonden. Die werden het weiland in gestuurd om de wilde ganzen te gaan verjagen. Dat lukte wonderwel, ze vlogen inderdaad op, om, zodra de honden uit het veld waren verdwenen terug te keren naar daar waar ze vandaan kwamen.

Allerhande afschrikmethodes zijn al eens uit de kast gehaald, echter steeds met discutabele resultaten.

In een bouwland, waar een graangewas staat te groeien, kunnen steeds terugkerende ganzenmassa's voor veel overlast zorgen. Van de overheid is men dan verplicht, wil men voor een vergoeding in aanmerking komen, er bijvoorbeeld “akoestische vlaggen” (=een lawaai makende vlag!) ( ja, kom er maar eens op!) in te plaatsen en niet te weinig. Ganzen wennen hier trouwens al heel snel aan en trekken zich er op den duur niets meer van aan. Een gaskanon, dat om de zoveel tijd een knal geeft, lijkt te helpen, totdat men ontdekte dat de regelmatige knal al niet meer afschrikt en er een timer tussen geplaatst moet worden. Dan knalt het met wat meer onregelmatige tussenpozen; soms zelfs vlak na elkaar. Maar het blijft behelpen.

Agrariërs moeten soms allerhande trucs uithalen om de steeds met regelmaat terugkerende hoeveelheden ganzen te slim af te zijn.

Wanneer de vogels graag terugkomen op een bepaald perceel, omdat ze daar lekker voedsel vinden en het er rustig is, wil het wel eens helpen om er de volgende dag een auto + caravan  te plaatsen. Het terrein lijkt dan voor de vogels ineens onveilig, maar vaak duurt dat niet lang. Ook klapperende zeilen van surfplanken hebben wel dienst gedaan als “ganzenschrik” evenals de welbekende “vogelverschrikkers” in de vorm van een opgevulde staande blauwe boerenoverall en de kenmerkende rood/witte schriklinten aan een stok.

Verjaging met “ondersteunend afschot” is een methode, waarbij door gediplomeerde jagers gericht op een aantal ganzen wordt geschoten. Als die dan dodelijk getroffen zijn vallen ze uit de lucht en als dat dan een paar keer achter elkaar gebeurt vertrouwen de ganzen dat daar niet meer en zoeken hun heil ergens anders. Deze laatste methode is de Partij, die dieren hoog in het vaandel heeft staan, een doorn in het oog, wordt door hen verafschuwd en dat is vanuit de gedachten van de partijleden wel begrijpelijk. Emotie laat zich echter moeilijk door redelijkheid verdrijven, maar het zou m.i. echt verstandig zijn dat er eens partijleden met eigenaren van de landerijen oprecht een gesprek wordt aangegaan. Praat eens met die agrariërs, laat hen eens uitleggen wat ze aan inkomen kwijt zijn, als hun gewassen door grote hoeveelheden ganzen wordt vernield. Maar nog beter, ga met de boeren het land in en ga zelf eens kijken, laat je voorlichten wat voor schade er wordt toegebracht! Voorlopig heb ik het vermoeden dat een heleboel van die partijleden heel eenvoudig vanuit de luie stoel slechts “Boe! en Schande!” roepen en eigenlijk helaas helemaal nooit contact hebben gezocht!

Terug naar het onderwerp.

De oproep van de Dierenbescherming werd wel gehonoreerd. Er kwamen vier (4) meldingen van mensen, die wel wilden helpen, om, zoals was gevraagd, de vogels op een diervriendelijke manier te verjagen na het moment dat ze daarvoor zouden worden opgeroepen. Van de vier aanmeldingen waren er twee lid van de organisatie “Animal Rights”. Dat is een beweging die vóór de rechten van dieren is en daarnaast: “weg met bont, ban de jacht, stop de slacht en vervang dierproeven!”. Een derde persoon was lid van de Dierenbescherming en een vierde was een jager. Die laatste wilde ook wel meedoen, maar dan zonder geweer natuurlijk, want het credo was “diervriendelijk”!

Gedurende de daaropvolgende drie maanden na de aanmelding in december, kregen de vrijwilligers, die zich voor deze winterklus hadden beschikbaar gesteld, regelmatig een oproep te komen, om de aanwezige ganzen van de velden te verjagen. Dat was in de eerste drie maanden van 2019. Eenvoudig was het niet, want zoals gezegd, vlogen de vogels regelmatig wel op, maakten een rondje om even later op hetzelfde land neer te strijken. 

Nu zit u natuurlijk te wachten op de “flop”, die ik in de aanhef van deze column heb genoemd.
Wat was dan die “flop”?

Het sneue aan deze mooie opzet is, dat het jammerlijk is mislukt, omdat 3 van de 4 zichzelf aangemelde vrijwilligers, nadat ze werden opgeroepen, nooit zijn komen opdagen.Helemaal nooit zijn verschenen en dus ook nooit in aktie zijn geweest. De vierde vrijwilliger, de jager, kwam telkens wél.

Deze goede man kwam in totaal 48 (!) keer opdraven en is daarvoor als “ganzenverjager van het jaar” door zijn eigen vereniging beloond met een mooie prijs!
De twee mensen van de organisatie “Animal Rights” hadden echter wel een excuus. Ze vonden de tijden dat ze moesten verschijnen “te vroeg” en de afstand “te ver” en het was “te  afgelegen.”  Heel jammer, dat de leden van deze organisatie, die altijd de grootste mond hebben en heel graag willen protesteren tégen de bejaging, nu eens een steentje konden bijdragen aan een diervriendelijke methode en daar dan géén gebruik van maakten.

 Blijkbaar heeft het hen toch ontbroken aan echte passie, die de jager wel had!

 

Bart Smit

NB. Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.