Nagenieten van een bijzondere vakantie
Verslag door Bart Wiechers en Herman van Kruysdijk
Foto's door Bart Wiechers en Piet Pomp
Een reisverslag van de IJslandreis 2009
Na een aantal verhalen te hebben gehoord over de wonderlijke natuur van IJsland, werd het tijd om de stoute schoenen aan te trekken en voor het eerst sinds 1996 weer op vakantie te gaan (BW). Er moest maar direct eens goed uitgepakt worden en een 11-daagse reis van de firma Kooy werd geboekt.
Een gezelschap van 13 personen ondernam op vrijdag 29 mei de vliegreis naar dit vulkanisch eiland net onder de poolcirkel. ’s Middags vertrokken en nog geen 3 uur later al geland. Buiten het vliegveld stond een bus voor ons klaar en werden we zo’n 150 km boven Reykjavik naar onze eerste overnachting gebracht. Na het nuttigen van een prima maaltijd werd er uitgebuikt rond het golfveld van Borganes. Tussen de verschillende gras- en mossoorten broeden een groot aantal vogels, koperwieken en watersnippen waren hier toch wel het meest vertegenwoordigd. Uiteraard enkele foto’s maken en een aantal nesten van de bontbekplevier gevonden. Het meest bijzondere was het nest van de golfballegger, nabij hole 12.
Na een goede nachtrust, waarbij een kleine aardbeving tussendoor kwam, werd koers gezet naar het noorden van IJsland. Eindbestemming voor de dag was het Myvatn-gebied.
Verdwalen onderweg was een onmogelijke opgave, wanneer er maar op de hoofdweg gereden werd (dit is de rondweg van IJsland die start en eindigt in Reykjavik). Enkele kleine stops gemaakt om de inwendige mens te voorzien en om vooral te genieten van de vele uitzichten. Bergketens met prachtige watervallen en kleine meertjes. Uiteraard ook nog gestopt voor de grote wilde zwaan, die fel hun nest verdedigd. Niet ver hiervandaan de eerste harlekijneenden gezien en de klein uitgevallen franjepoot.
Na de hoofdstad van Noord-IJsland Akureyri te hebben bezocht, ging de reis verder naar de prachtige waterval Godafoss. Een onwerkelijk gezicht om zoveel water te zien stromen in een surreëel landschap. Hiervan nog bijkomend werd er gezocht naar de eerste Myvatnese harlekijneend. Peter Kooy wist een gedeelte van Myvatn die bekend staat om de grote populatie harlekijnen en die werd dus ook bezocht. Bus aan de kant, verrekijker en fototoestel mee en gedurende meer dan een half uur genieten van de natuur, vogels en de rust.
De bus weer in om een half uur later op onze overnachtingsplek te arriveren. Een aantal blokhutten waren ingericht voor de toeristen, waarbij het warme water zo uit een warmwaterbron getapt werd. Door de vulkanische activiteit die er heerst ruikt het water wel wat zwavelachtig, maar dit is snel gewend.
Na het installeren kon de omgeving verkend worden, op 400 meter van de blokhutten was het restaurant en weer 100 meter verder het meer. Achter de blokhutten waren vele lavablokken met struiken en mospartijen. Alles werd na het avondeten geïnspecteerd.
Het meer zat vol met kuifeenden, middelste zaagbekken, kuifduikers, meeuwen en toppers. Een aantal smienten en ijsduikers lieten zich ook zien, terwijl aan de rand van het meer de franjepoot genoot van de zon.
Na dit te hebben gezien, werd koers gezet naar de lavavelden achter de overnachtingsplek. Een klein half uurtje lopen leverde uitzicht op de breuklijn op, waarbij water tot 50 graden verwarmd wordt. In toegankelijke kolken is het water iets koeler en de IJslanders maken hier dan ook dankbaar gebruik van om hierin te badderen. De dag werd afgesloten met een gezamenlijke borrel.
Door het mooie en rustige weer, kon de volgende dag naar Grimsey gevlogen worden. Dit eiland ligt op de poolcirkel en staat bekend om de grote hoeveelheid papegaaiduikers en drieteenmeeuwen. In een 6-persoons Cessna werden we heen en weer gevlogen. Onderwijl zicht hebbende op de Noordelijke IJszee met enkele walvissen.
Eénmaal geland werd de omgeving verkend. De poolcirkel werd symbolisch overgestoken en de westkust bezocht. Nog geen 30 meter van het vliegveld konden de eerste papegaaiduikers al gesignaleerd worden en de eerste foto’s werden genomen (wat een geluk dat er nu digitale fotografie is, je blijft maar knippen). Niet veel verder zaten meer dan 50 eidereenden bij elkaar en waren de goudplevieren aan het foerageren. De sneeuwgors vloog onder onze voeten van het nest en de purperkleurige eieren werden bekeken.
Om hiervan bij te komen werd een kop koffie met warme wafel in het enige restaurant van het eiland gegeten, met zicht op de haven en de besneeuwde bergen van IJsland.
Weer op krachten werd de zuidkust afgestruind. Drieteenmeeuwen, papegaaiduikers en eidereenden vlogen rond ons heen. Bijna werd een broedende eider niet gezien door de perfecte schutkleur die het eendje heeft. Zoals te verwachten is, werd de fotogenieke papegaaiduiker meermalen op de gevoelige plaat gelegd. Op weg naar de oostkust, nog langs een kerkje gelopen en aan weerskanten van de straat grote kolonies met broedende Noordse stern kunnen aanschouwen. Eindpunt van de weg is een karakteristiek vormgegeven vuurtoren die zicht heeft op het broedgebied van de meeuwen, zeealken en zeekoeten. Deze vogels hebben hun nest op de verticaal aflopende kust.
Hierna terug in het vliegtuig en een rondvluchtje gemaakt boven de oostzijde van het Myvatn. Later met de bus nog op zoek naar enkele harlekijnen die gezelschap hadden van enkele franjepoten en de IJslandse brilduiker.
’s Avonds nog even gelopen in de ruigte rondom de slaapplaats en hier enkele sneeuwhoenders gezien en gefotografeerd. Ook kon de sneeuwuil nog bewonderd worden, wat een prachtig gezicht is dat wanneer hij overvliegt.
Na deze belevenis was het goed slapen om de volgende dag aan een walvissafari deel te nemen. De wind was gaan opzetten en het beloofde zeilschip voer niet uit. Hierna op een kleine kotter de Noordelijke IJszee bevaren. Een drietal dwergvinvissen doken om beurt rond de boot op (afstand een kleine 50 meter). Wel veel meeuwen, papegaaiduikers en Jan van Genten gezien. Bij Puffin-island was het een komen en gaan van papegaaiduikers, ongeveer 200.000 paar hebben op deze gatenkaas hun nestplaats uitgegraven. Startplaats van de safari was het vissersplaatsje Husavik, die ook bekend staat om zijn walvismuseum en het fallusmuseum. ’s Avonds kon heerlijk ontspannen worden in de Blue Lagoon. De dag werd afgesloten met een heerlijk IJslands biertje.
De voorlaatste dag in het Myvatn-gebied werd besteed aan het bezoeken van de brobbelpotten, watervallen en een kolonie Jan van Genten.
Net over de bergkam ligt een actief vulkanisch gebied, waarbij stoompluimen zo uit de grond rijzen en modder staat te koken. De gele zwavel maakt dat het gebied iets heel aparts heeft. Het is onvoorstelbaar hoeveel energie er nog in de grond zit en hoe dit gewonnen kan worden, maar daar zullen de knappe koppen hun hersenen wel over laten kraken.
Na dit wonderlijke natuurspektakel te hebben aanschouwd, ging de bus richting het noorden alwaar een tweetal rotsen beschutting brachten aan een zeer grote kolonie Jan van Genten, zeekoeten en drieteenmeeuwen. De mantelmeeuw had zijn ogen goed open of er nog een onbeheerd ei ergens lag. Om hier te komen, was wel een behoorlijke klim nodig. Over een lengte van 1,5 km lagen rotsblokken in het water die als dijk dienst deden. Dit was de enige weg naar de rotsformatie. Op de heenweg werd ook halt gehouden bij één der spectaculairste watervallen van IJsland. Met een donderend geweld is er een grote canyon uitgesleten en kon er genoten worden van een sneeuwhoen die nog volledig in winterkleed zat. Langs de autoweg werden nog een aantal roodhalsduikers op nest gezien.
Na deze vermoeiende dag, namen een viertal mensen het idee op om over de kraterrand van de vulkaan te lopen. Met een diameter van bijna een kilometer nam dit een uur in beslag, maar daar krijg je wel een uniek uitzicht voor.
De volgende dag werd een rondje Myvatn gedaan, waarbij de IJseend, Zwarte zee-eend en enkele duikersoorten gezien werden. Een bezoek aan een vogelmuseum was ook zeker de moeite waard, net zoals het bezichtigen van de vele harlekijneenden en barrows. Klein nadeel was de iets verhoogde temperatuur, die ervoor zorgde dat de muggen gingen vliegen. Dit verklaart ook de naamgeving, daar in het vikings vatn gelijk staat aan meer en my mug betekend (Myvatn = muggenmeer). Even vervelend voor ons, maar de niet prikkende mug is een prima voedselbron voor de jonge kuikens. Dit is daarom ook de reden dat er zoveel vogels in dit gebied zijn. Terug op het front kon na het eten de avond naar eigen inzicht ingevuld worden. Voor de laatste keer werden sneeuwhoenders, koperwieken en watersnippen gefotografeerd en werd de sneeuwuil door zijn stilte tot twee keer toe alleen maar gezien.
Met pijn in het hart werd afscheid genomen van dit prachtige natuurgebied en werd er richting Oostkust gereden. Stil genietend van de wonderbaarlijke natuur werd halt gehouden bij een open lucht museum. De concentratie watervogels nam af, terwijl onderweg nog wel een koppel van 23 barrows werd waargenomen. Na een lange rit werd kwartier gemaakt op het besproken hotel. Na een heerlijke maaltijd (elke maaltijd was meer dan prima) gingen de meeste onder ons vroeg naar bed.
De volgende ochtend was het vroeg op om de reis via de oostkust naar het zuiden door te zetten. Een bezoek aan de havenplaats waar de ferry uit Denemarken aankomt, werd gedaan en met bewondering werd naar de sneeuwvlakte gekeken. Tijdens de reis werd nog wel een noodstop gemaakt, daar een kudde rendieren opeens opdoemde in de heuvels. Hup, het jachtinstinct kwam naar boven en er werd geprobeerd de dieren zo dicht mogelijk te benaderen. Niet lang daarna kon een werkelijk prachtige waterval beklommen worden en werd een bezoek gebracht aan het ijsmeer. Dit meer staat in verbinding met de oceaan en wordt gevoed door de afbrokkelende gletsjer. Pijlstaarten en ijseenden zwemmen hier tussen de zeehonden rond. Met een amfibieboot kan tussen de ijsschotsen gevaren worden, wel een aanrader.
Vlak bij het ijsmeer is de broedgelegenheid van de grote jager. Met honderden paartjes bestrijken ze een gebied van enkele vierkante kilometers. Alle nesten netjes gerangschikt op zo’n 200 meter van elkaar en zeer fel naar alles en iedereen die in de buurt komt. En ja, ben je in de buurt, dan is het bekijken van een nest een gelegenheid die aangegrepen wordt. Vlak boven je hoofd hoor je de kreten van de grote jager en voel je de wind die van zijn vleugels komt. Enkele kilometers verder zagen we de broedgebieden van de kleine jager liggen. Na dit avontuur werd overnacht in een hotel met uitzicht op de gletsjers (dichtstbijzijnde was nog steeds een uur lopen, waarbij de wand bijna 30 meter hoog was).
De volgende dag werd het informatiecentrum over de gletsjers bezocht en de film van de laatste uitbarsting van de Hekla bekeken, welk een kracht komt bij het smelten van een gletsjer naar voren; zeer indrukwekkend. Na dit bezoek kon genoten worden van de vele soorten natuur die IJsland rijk is. Met name de oude lavavelden die nu volledig met mos bedekt zijn, geeft het idee dat je op een maanlandschap aanwezig bent. De vogels die we nu tegenkwamen hadden al redelijk oude jongen en de woerden konden we niet ontdekken.
We kwamen steeds dichter bij Reykjavik en dit was te merken aan de grotere plaatsen en het meer en meer op toerisme gerichte evenementen. De laatste overnachting werd gedaan in het plaatsje Fludir, zo’n 30 km van de beroemde Geysir. Het levensonderhoud in deze streek richt zich op de akkerbouw en niet op de visvangst zoals in de rest van IJsland.
De laatste volle dag werd besteed aan het bezoeken van Geysir en omgeving. Het blijft een magnifiek gezicht om een waterkolom eerst te zien dansen en hierna van kleur te zien veranderen (van diepblauw naar wit) en in de lucht te zien spuiten. Even gemist? Geen nood, binnen 8 minuten volgt de volgende uitbarsting. Hierna een wederom indrukwekkende waterval bezocht en de dag van de visser in Reykjavik meegemaakt.
’s Avonds voor vertrek werd de reis afgesloten met een heerlijk diner, waarbij de kok het eten tot culinaire hoogstandjes had bevorderd. Een waar spektakel en een privilege om zoiets te mogen meemaken.
Hierna werd om 01.00 uur IJslandse tijd de thuisreis aanvaard. Tijdens de vliegreis was er nog zicht op de noorderzon en werd al met weemoed teruggedacht aan dit prachtige eiland, het gezelschap en de meer dan voortreffelijk georganiseerde reis.
Voor degene die ooit erover denkt om deze reis te maken, kunnen wij zeggen: doen!